Friese steden en dorpen | startpagina www.luxevakantievilla.nl |
Wie aan Friesland denkt, denkt aan Elfstedentocht,
fierljeppen, kaatsen of skûtsjesilen. Maar Friesland is meer dan dat. Men
vindt er rust, ruimte, groen en water. Men kan er fietsen, wandelen, varen
op de vele wateren, winkelen in één van de steden of dorpen en genieten
van een overvloed aan natuur en (geheel eigen) cultuur. |
![]() download info (Word document) |
Makkum
In Makkum zijn de sporen van een rijk verleden terug te vinden. Kenmerkend is vooral de stedelijke
architectuur uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. Statige
koopmanshuizen en woningen met gevels, vaak getooid met sprekende
versieringen. Wereldberoemd is Makkum geworden door het
fraaie aardewerk, dat nu nog dagelijks met de hand wordt
![]() De ateliers zijn zeker een bezoek waard. Vanuit Makkum zijn tal van interessante dagtochten te ondernemen, zoals bijvoorbeeld via Harlingen met de veerboot naar Vlieland of Terschelling. Steden als Harlingen, Franeker, Bolsward, Sneek of Leeuwarden zijn dichtbij en altijd de moeite waard vanwege hun bezienswaardigheden of om gewoon gezellig te winkelen. Dichter bij huis, op de naastgelegen boulevard van het Makkumerstrand kunt u bovendien heerlijk wandelen en vindt u gezellige winkeltjes en restaurantjes. |
![]() |
Bolsward Het is de moeite waard de stad Bolsward te bezoeken. Naast een scala aan cultuur-historische bezienswaardigheden kan ook de toerist die recreatieve ontspanning zoekt hier goed terecht. De plaats is als centrumgemeente gelegen in het hart van Westergo, het westelijk deel van Fryslân. De omgeving staat bekend om haar pittoreske dorpjes en de vaar- en fietsmogelijkheden zijn talrijk. De binnenstad van Bolsward heeft een beschermde status en kent bijna 80 rijksmonumentale gebouwen en huizen. Het straten- en grachtenpatroon is ontstaan in de middeleeuwen |
![]() |
Sneek
De
Friese Zuidwesthoek is van oudsher georiënteerd op Sneek. Daardoor heeft
de Waterpoortstad, behalve ruim 30.000 inwoners, ook een
achterland met zo'n 100.000 Zuidwesthoekers.
Voeg daarbij de honderdduizenden toeristen die jaarlijks op
bezoek komen en u begrijpt waarom het in Sneek altijd zo gezellig druk
is. |
![]() |
Harlingen
Net als Amsterdam is Harlingen eigenlijk een grachtenstad. De kooplieden van vroeger die hun schaapjes zo snel mogelijk op het droge wilden hebben, zagen hun scheepjes graag voor de deur liggen om de zaken zo overzichtelijk mogelijk te maken. Hoewel er in Harlingen nog water genoeg is, ontdek je al wandelend dat er ook veel is verdwenen. Op de Schritsen bijvoorbeeld. Het is een straat die eigenlijk te breed is. Je voelt dat er iets aan mankeert. Hier hebben vroeger bootjes gelegen, dat kan niet anders en zo zijn er nog wel een paar plekken. Te voet door Harlingen begint bij de VVV in de Voorstraat, die dit keer liefst drie routes beschikbaar heeft. Een in de voetsporen van de hier geboren schrijver Simon Vestdijk, een die vooral is gericht op het historisch centrum en de vestingwerken en de derde die meer algemeen is. Gretig koop ik ze alledrie. Niet dat ik er de conditie nog voor heb, maar ik heb geleerd dat verschillende wandelingen elkaar altijd ergens overlappen en door listig wat zijstraatjes in te slaan kom je meer te weten dan wanneer je het bij een beschrijving zou laten. |
![]() |
Franeker De stad Franeker heeft een zeer rijke geschiedenis. In
de 16e, 17e en 18e eeuw was Franeker een belangrijk economisch, cultureel
en bestuurlijk centrum in Friesland. |
|
Hinderloopen De houten bruggen over de smalle grachtjes geven
de stad Hindeloopen een bijzondere sfeer. In deze Friese stad (één van
de 11 Friese steden) doet nog veel herinneren aan de glorietijd die
Hindeloopen beleefde in de 17de en 18de eeuw. |
|
Sloten Het kleinste stadje van Friesland was in de 16de eeuw een echte vestingstad. Sloten was onneembaar. De stad had een omwalling, vijf bastions, twee landpoorten en twee waterpoorten. Sloten is ontstaan op een kruispunt van belangrijke land- en waterwegen. Door deze ligging beleefde Sloten in de 17de en 18de eeuw zijn grootste bloei. Alle schepen die de stad passeerden moesten tol betalen. De vele fraaie tophals- en trapgevels langs de gracht 'Het Diep' zijn dan ook in deze rijke periode gebouwd. Tussen de woonhuizen staat het oude stadhuis (1759) en de Ned. Hervormde Kerk (1647). Nu wordt Sloten alleen nog bewaakt door twee waterpoorten. Aan de zuidzijde de Lemsterpoort en aan de noordzijde van de stad de Sneker- of Woudsenderpoort. Op het bolwerk van de zuidzijde staat een korenmolen, hier wordt nog steeds op ambachtelijke wijze meel gemaakt, die weer verwerkt wordt in de overheerlijke Gaasterlandse bol! |
|
Stavoren Stavoren is de oudste van alle Friese steden. Wat nu
een leuk en gezellig watersportstadje is, was vroeger een drukke en
actieve handelsstad. Er werd handel gedreven via de Oostzee en de Rijn.
Omstreeks 1385 werd Stavoren een Hanzestad. |
|
Heereveen Hoewel Heerenveen geen stadsrechten kan doen gelden, functioneert het wel degelijk als een stedelijk centrum. De plaats heeft een uitgebreid en gevarieerd winkelaanbod, waarvan de attractiewaarde belangrijk is vergroot door de recent afgeronde upgrading van het centrum. Iedere eerste zaterdag van de maand organiseert Heereveen Aktief een activiteit in het centrum van Heerenveen onder het motto "Het is wéér in Heerenveen. Dat Heerenveen zich afficheert als “Sportstad van het Noorden” is absoluut geen loze kreet. Er zijn tal van sportvoorzieningen van vaak bovenregionale en zelfs landelijke betekenis zoals het overdekte IJsstadion Thialf, SC Heerenveen, de CIOS sportopleiding, een moderne atletiekaccommodatie, vier sporthallen, zwembaden en een negen holes golfbaan. De naam Heerenveen komt voort uit de “Heeren” van het veen. Deze “Heeren” waren de Fries Pieter van Dekama uit Jelsum en de heren Cuyck en Foeyts uit Utrecht. In het jaar 1551 gingen zij met elkaar een compagnonschap aan om het hoogveen in deze omgeving af te graven en tot turf te verwerken. Om deze brandstof af te kunnen voeren, werden twee vaarten gegraven: de Heeresloot en de Schoterlandse Compagnonsvaart. In de hoek van die twee kanalen is Heerenveen als eerste Friese veenkolonie ontstaan.De rijke behuizingen van de vroegere heren stonden vroeger in schril contrast met de lange rijen schamele arbeidershuisjes aan de diverse vaarten. Heden ten dage geven deze statige gebouwen Heerenveen nog steeds enige allure. In combinatie met het feit, dat de Friese stadhouders vroeger hun zomerresidentie in het nabijgelegen Oranjewoud hebben gehad, heeft Heerenveen hieraan haar bijnaam “het Friese Haagje” te danken. |
|
Langweer Karakteristiek watersportdorp met een rijke
historie. Een bezoek aan het oude centrum van Langweer, dat als
beschermd dorpsgezicht is aangemerkt, loont zeer beslist de moeite. De
eeuwenoude lindebomen, de oude steegjes en de fraaie historische gevels
zijn karakteristiek voor dit dorp.
In Langweer worden gedurende het seizoen diverse zeilwedstrijden
georganiseerd met als absoluut hoogtepunt het SKS Skûtsjesilen
met één wedstrijddag op de Langweerder Wielen. Omdat het dorp zich ook
door de ligging aan dat meer heeft ontwikkeld tot een echt
watersportcentrum, heerst er gedurende het gehele zomerseizoen een
gezellige drukte.
In juli vindt er ook een traditionele ringrijderij plaats met paard en
aanspanning.
Langweer is een oud dorp met een rijke historie.
De naam Langweer kan goed worden verklaard uit de Friese naam van het
dorp: Langwar. "War" is namelijk een oud Fries woord voor "perceel land". Langwar duidt dan ook op de langgerekte percelen land, die vroeger vanaf
de oevers van het meer Langweerder Wielen landinwaarts liepen. |
|